vrijdag, augustus 08, 2014

Orosivallei

Nadat we afscheid hebben genomen van Isabelle en "Harry" onze luiaard nog even bekeken hebben, gaan we op weg naar Orosi.
Wij zijn 200m. op pad (we zijn al lang gewend aan de ongeasfalteerde, met keien en putten bezaaide weggetjes) wijst een jongen die we willen passeren, naar onze autowielen. "Pas op", zo gaat bij mij het waarschuwingslampje branden, "dit kan een truc zijn. Maar toch niet hier?"
We stappen uit en zien dat de rechterachterband helemaal leeg is.
Snel terug naar Isabelle, zij staat op het punt te gaan zwemmen vandaag; zij kan kan ons wel een garage wijzen.
Dat kan ze, inderdaad, maar eerst schakelt ze haar rastavriend (die toch waarschijnlijk de partner van haar dochter is en niet haar minnaar, zoals ik het verhaal maakte, in gedachten) in om de band te verwisselen met het reservewiel. In een half uurtje js het gepiept en rijden we naar het badenreparatiestation vlakbij. Daar wordt de kapotte band (nu reservewiel) voor € 6,50 gemaakt en we zijn daarna echt "en route".

Onderweg willen we nog even een kopje koffie drinken (na ongeveer 2 uur rijden doen we dat altijd). We rijden op een rustige weg, weinig ander verkeer, als we aan de linkerkant een koffietentje zien. We draaien het parkeerterreintje op en zien dan dat het gesloten is.
We draaien de weg weer op om verder te gaan, als Peter ineens roept: "Stop!" en tegelijkertijd zie ik in mijn rechterzijspiegel ineens een oude, zwarte auto (pick-up) die zich fluweelzacht tegen onze auto aanvlijt. Ik stuur iets naar links en stop (de andere auto is een meter of 5 achter mij ook stil gaan staan.
Heeft hij ons nu geraakt? Geschrokken stappen we uit en gaan kijken naar de auto achter ons, waar inmiddels een wat oudere man ook moeizaam uit de auto is gestapt. De jongen naast hem blijft zitten. Ik bied mijn verontschuldiging aan (ik mompel iets van "disculpe") en kijk naar zijn pick-up uit de jaren 80 van de vorige eeuw, schat ik, maar behalve de tientallen butsen, schrammen en krassen uit het verleden, zie ik geen verse beschadigingen.
De man vertelt mij ook het een en ander, maar communicatie is verder onmogelijk. Ik bedank hem uitgebreid (het is tenslotte wel mijn fout geweest) en we vervolgen de reis.
Bij het eerstvolgende koffietentje drinken we de schrik weg en veeg ik wat zwarte verfstreepjes van onze auto met een papieren zakdoekje: we zijn goed weggekomen!

De rest van de rit verloopt gelukkig weer goed en de Orosivallei is een prachtige vallei, vol koffieplantages, omringd door bergen en 2 vulkanen.
Vanuit onze kamer in de Orosilodge kijken we zo op de Irazu- en de Turrialbavulkaan. De laatste is zo actief dat hij momenteel is afgesloten voor publiek.

In de dagen erna gaan we naar de basiliek in Cartago en vinden de zwarte madonna.
Ook gaan we op excursie bij een organic koffieplantage, wat heel interessant is en bezoeken de Irazu, de hoogst gelegen vulkaan in Costa Rica.
(We staan op een gegeven moment op 3400 m. hoogte en kijken neer op de vulkaan: wat een indrukwekkend gezicht!)
Via een schilderachtige bergroute rijden we naar het Monumento Nacional Guayabo, een vindplaats uit de precolumbiaanse tijd. Er zijn petrogliefen, oude graven, woonheuvels, aquaducten en een weg te zien.
Als we bij de uitgang komen wijst de gids ons op de rookpluimen die uit de Turrialbavulkaan komen: hij is weer uiterst actief.
We vertellen hem dat we de afgelopen nacht ook schokken hebben gehoord en gevoeld. Is dat van de vulkaan?
(De schok klonk vrij hard. Peter dacht dat ik uit bed viel! Dat was niet zo, maar het schudde behoorlijk!)
"Nee, dat is een gewone aardbeving geweest. Ja, Costa Rica is een jong land he, daar gebeurt nog van alles mee..."


- Posted using BlogPress from my iPad

Geen opmerkingen:

Een reactie posten